Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [11]zeggen: Waar [12]is de belofte [13]Zijner toekomst? Want van dien [dag], dat [14]de vaders [15]ontslapen zijn, blijven alle dingen [16]alzo [gelijk] van het begin der schepping. 11. Waar Namelijk spottenderwijze. 12. Dat is, blijft de vervulling dezer belofte en voorzegging? Dit vragen is zoveel als ontkennen. 13. Namelijk om te oordelen de levenden en de doden en de wereld te vernieuwen. 14. Dat is, de voorouders. 15. Dat is, gestorven. Zie Matth.9:24; 1 Kor.11:30; 1 Thess.4:13. Dit woord schijnen zijn ook spottenderwijze te gebruiken, alsof het wel tijd ware dat de vaders uit den slaap zouden opgewekt worden, zo er een opstanding der doden en een laatste oordeel zou zijn. 16. Of alzo gelijk het van het begin der schepping aan geweest is. Dit is hun rede, die zij stellen tegen de zekerheid der voorzeggingen van het laatste oordeel en voleinding der wereld, dewijl men ziet dat nu zo lange jaren, nadat de voorzeggingen geschied zijn, men geen vervulling derzelve verneemt; maar dat alles blijft gelijk het altijd geweest is, dat het dan niet gelofelijk is, dat deze immermeer zullen vervuld worden.